Het coronavirus heeft veel effect op hoe we met elkaar om (mogen) gaan en op onze lichaamstaal.
Het lijkt misschien gek om dit te lezen op een site over lichaamstaal, maar we dringen erop aan je in het contact met anderen te houden aan de volgende regels:
Geef geen hand bij groeten, kennismaking of felicitatie
Was je handen vaker dan je misschien gewend bent
Droog je handen met een papieren handdoekje
Hoest of nies in de binnenkant van je elleboog
Gebruik papieren zakdoekjes om je neus te snuiten
Raak je eigen gezicht zo min mogelijk aan
Blijf op anderhalve meter afstand van anderen
Blijf zo veel mogelijk thuis als je werk het toelaat
Blijf thuis bij verkoudheid, hoesten, keelpijn of koorts
Blijf ook thuis als een van je gezinsleden koorts heeft
Let op! Tijdens de coronacrisis anderhalve meter afstand houden!
Afstand en nabijheid
Zo'n driekwart meter van mijn neus,
daar loopt mijn lichaamsgrens, ja heus,
En al die onbebouwde lucht ertussen
Die is van mij, een lucht(ig) kussen.
Dus vreemdeling, tenzij je me begeert,
wil ik dat je manieren leert.
Passeer die grens vooral niet ruw:
Ik zal niet schieten, maar ik spuw.
(Auden 1965, vertaling F.R. Oomkes)
Close of afstandelijk
De afstand die we bewaren ten opzichte van de mensen waarmee we communiceren, zegt veel
over de relatie die we met hen hebben en het contact dat we op dat moment met hen wensen.
We passen voortdurend onze afstand tot anderen aan, afhankelijk van de
situatie waarin we ons verkeren en de mate waarin we ons vertrouwd voelen.
De afstand die we in acht nemen tijdens onze interacties heeft meerdere functies.
Zo kan het iets zeggen over de mate van persoonlijkheid van de onderlinge relatie of het gespreksonderwerp.
De tussenruimte maakt een gesprek afstandelijk, zakelijk of intiem.
Afstand heeft ook een rol in de gespreksregulatie. Wanneer we het gesprek willen
beëindigen, vergroten we gewoonweg de afstand tot de ander. Door de afstand juist kleiner te maken,
kan het gesprek intiemer worden. We moeten daarbij wel opletten dat we dat op een
goed moment en bij de juiste persoon doen. Als we te dichtbij iemand komen, zonder dat hij
daar op rekent, kunnen we hem juist afschrikken. Door de afstand die je bewaart tot een ander
kun je ook aangeven of je sowieso wel een gesprek met hem wil hebben.
Afstand bewaren
Wanneer je op straat een bekende ziet naderen waarmee je geen
gesprek wilt aangaan, zul je proberen de afstand waarin je elkaar zult gaan passeren zo groot
mogelijk te houden. Als je hem dan ook nog zo laat mogelijk aankijkt, zal dit de kans dat hij meer tegen je zal zeggen dan alleen
hallo, aanzienlijk verkleinen. Evenals bij andere lichaamstaal verloopt dit proces voor het grootste deel
onbewust, maar als je bemerkt dat je zelf bijna tegen de gevels van de huizen langs de straat loopt, terwijl de ander zowat
van de stoeprand valt, kun je begrijpen hoe het met jullie onderlinge verhouding gesteld is. Deze
relatie is - in ieder geval op dit moment - niet zo close.
Gespeksregulatie
Zoals eerder genoemd speelt afstand, samen met aankijken en hoofdknikken,
een rol bij het aangeven van het begin en het einde van een gesprek. Als we het gespek willen beëindigen
kijken we weg van de ander en vergroten de onderlinge afstand. Door afstand of nabijheid kunnen we ook aangeven hoe
intiem en hoe persoonlijk we de onderlinge relatie of het gespreksonderwerp definiëren. Soms is het
een kunst om de juiste afstand te bepalen tot je gesprekspartner. De keuze daarvan blijkt namelijk aan heel wat (ongeschreven) sociale en culturele regels gebonden.
Nabijheid spreekt luider dan woorden
'Je staat me te na' is een uitdrukking die zeer goed de
betekenis van nabijheid weergeeft. In tegenstelling tot andere uitdrukkingen, kun je deze uitdrukking in
veel gevallen letterlijk nemen. Een kind dat huilend van school komt, wordt het best getroosd door een
moeder die door haar hurken gaat om de de afstand tot het kind te verkleinen.
Evenals aanraking is ook lichamelijke nabijheid van de mensen
van wie we het meest houden belangrijk. We lijken niet zonder de nabijheid van andere
mensen te kunnen. In het televisieprogramma Big-Brother hebben we kunnen zien dat zelfs een groep mensen die
elkaar niet kent, in een korte tijd blijk geeft van de behoefte om dicht bij
elkaar te zijn en zelfs om elkaar veel aan te raken. De afstand die we bewaren tot anderen beïnvloedt
de gesprekken die we met hen voeren en de onderlinge relatie. In sommige gevallen wordt er om deze reden
bewust voor gekozen om juist een grotere afstand te handhaven.
Een psychotherapeut zal letterlijk en figuurlijk afstand moeten bewaren ten opzichte van
zijn cliënten. Een gezinslid of een intieme bekende van de therapeut, zou niet door hem kunnen worden
behandeld vanwege het ontbreken van voldoende professionele afstand.
cultuurverschillen
Het gebruik van de juiste afstand tussen gesprekspartners kent vele ongeschreven sociale regels.
Deze regels kunnen per cultuur verschillen. Zo houden Japanners en Arabieren tijdens
een gesprek een kleinere afstand aan dan Amerikanen of Europeanen. Dit kan soms
lastig zijn wanneer de inwoners van de verschillende continenten met elkaar onderhandelen.
De ene persoon kan dan proberen de onderlinge afstand te vergroten om zich op zijn gemak te voelen,
terwijl de ander om dezelfde reden deze afstand juist probeert te verkleinen. Dit vindt volslagen onbewust plaats.
Geen van tweeën heeft waarschijnlijk op zo'n moment in de gaten wat er aan de hand is.
Voor anderen echter die dit schouwspel van een afstand gadeslaan, kan dit wel
een komisch gezicht zijn. Edward T. Hall, een Amerikaanse antropoloog die een studie gemaakt heeft van de
afstanden die mensen aanhouden, beschrijft een situatie waarbij hij een Amerikaan een lange
gang door ziet terugdeinzen voor een 'opdringerige' buitenlander die juist probeert om dichterbij hem te komen.
persoonlijke verschillen
Behalve culturele verschillen, zijn er ook persoonlijke verschillen in de afstand die mensen tot
elkaar bewaren. Dit heeft onder andere te maken met opvoeding, ervaring, geestelijke gezondheid en karakter.
In zichzelf gekeerde mensen lijken meer ruimte om zich heen nodig te hebben
dan mensen die sterk op anderen zijn gericht. In psychiatrische klinieken valt het op dat
patiënten die depressief of achterdochtig zijn, als vanzelf een grotere afstand tot anderen
aanhouden. Een hypomane (overmatig vrolijk gestemde) patiënt daarentegen, kan
lichamelijk zo dichtbij de hulpverlener komen, dat deze zich daar erg onprettig bij gaat voelen.
Ook bij gevangenen die een geweldsmisdrijf hebben gepleegd, wordt waargenomen dat ze meer
vrije ruimte om zich heen nodig hebben dan andere gevangenen.
De hoeveelheid ruimte die we nodig hebben heeft ook te maken met de mate van verwantschap met
de ander. We hebben blijkbaar minder ruimte nodig in ontmoeting met mensen die we langer kennen en
die we graag mogen, dan bij vreemden.
We volgen steeds dezelfde patronen bij het bewaren van afstand tot anderen. Hoewel er onderlinge
verschillen zijn, en ieder voor zich een bepaalde afstand tot een ander het prettigst vindt in een bijhorende situatie,
zijn er hierin ook algemeenheden vast te stellen. Rekening houdend met individuele en culturele verschillen heeft
Hall de interpersoonlijke ruimtes verdeeld in 4 verschillende zones, te weten:
In de intieme zone, begrensd door een armlengte afstand, ontmoeten
verliefden elkaar innig, maar ook kunnen twee personen er op vertrouwelijke manier met elkaar spreken
en emoties met elkaar delen zoals tederheid, troost en bescherming.
Je bent hier zo dichtbij dat je elkaar ruikt en elkaars lichaamswarmte kunt voelen. Je hoort, ruikt en voelt
ook elkaars adem. Je bent misschien te dichtbij om de ander zijn gezichtsuitdrukking goed te kunnen
waarnemen, maar je kunt zijn pupillen groter en kleiner zien worden. Om elkaar te verstaan hoef je
alleen maar te fluisteren. Wanneer iemand onze intieme zone betreedt reageren we daar fysiek op.
Het adrenalinepijl stijgt, we gaan transpireren en ons hart slaat sneller om
meer bloed naar de spieren en de hersenen te pompen. Deze reacties betekenen in biologisch
opzicht dat we ons gereed maken voor een handeling: wegrennen van een vijandige
indringer, vechten of een geliefd persoon omhelzen en kussen. Om de ander toe te laten in deze intieme zone zul je voldoende om hem moeten geven
of hem genoeg vertrouwen. Dit laatste geldt zeker ook voor de medische hulpverleners zoals huisarts en tandarts die we
in deze zone toelaten om ons te behandelen. Anderen zullen we liefst weren uit dit gebied. Als we toch een vreemde moeten toelaten in deze ruimte,
bijvoorbeeld in een volle tram of in een lift, zullen we op alle mogelijke manieren laten blijken dat we geen intimiteit wensen.
We wenden ons hoofd af, voorkomen oogcontact,
spreken niet en sluiten ons af door een gesloten houding met gekruiste armen. Als we de ander per ongeluk
aanraken, zullen we onze spieren spannen en ons excuseren. Ook geweldsincidenten zoals aanranding en ander agressief gedrag,
vinden plaats binnen de intieme zone. De ongewenste betreding van dit gebied is een van de dingen die ons het meest krenken.
De persoonlijke zone
De meeste gesprekken vinden plaats in de persoonlijke zone. Deze
zone sluit aan op de vorige. Wanneer je iemand op straat tegenkomt kun je deze afstand bewaren en
hem daarbij nog makkelijk de hand schudden. Je kunt met hem in gesprek treden zonder luid te hoeven spreken.
Tijdens het gesprek heb je genoeg mogelijkheid om elkaar aan te kijken en weg
te kijken. Alle gezichtuitdrukkingen en armbewegingen van de ander zijn goed te zien.
Deze zone biedt ruimte aan de gespreksdeelnemers en kan een eventuele derde persoon
de gelegenheid bieden om deel te nemen aan het gesprek. Toch biedt deze zone ook nog genoeg
veiligheid om ook over vertrouwelijke zaken met elkaar te spreken. Als je een grotere afstand
dan deze zou aannemen, zou het veel lastiger zijn om op vertrouwelijke basis met elkaar te spreken. Indien
je dit toch probeert, zul je door de ander waarschijnlijk als afstandelijk beschouwd worden.
De sociale zone
Aansluitend aan de persoonlijke zone bevindt zich de sociale zone.
Hierbinnen vindt het sociale contact op verjaardagsfeestjes, tijdens maalijden en vergaderingen plaats.
In deze zone kunnen zich objecten bevinden, die de onderlinge afstand benadrukken,
zoals een tafel of een loket.
Je spreekt er met elkaar, zonder de ander te kunnen aanraken. Als je iets wil bespreken dat niet
al te persoonlijk is, maar wat ook niet iedereen hoeft te horen, is deze zone erg geschikt.
In contact moet je elkaar hier wel aankijken, maar dit is niet moeilijk te verdragen omdat je
genoeg ruimte hebt om ook even weg te kijken. Als we vreemden ontmoeten in deze ruimte, bijvoorbeeld
wanneer ze tegenover ons in de trein komen zitten, is het niet makkelijk om ze te negeren.
Als we geen contact maken, toont de ander vaak tekenen van onrust. Ze staan of zitten soms in een krampachtige houding, zijn verdiept
in krant of tijdschrift, of kijken naar buiten. In ieder geval zullen zij hun best doen om oogcontact
te vermijden. Zelf voelen we ons ook onprettig in zo'n situatie en zullen soortgelijk gedrag vertonen.
We ervaren het dan als een opluchting als de ander vertrekt. Meestal is het beter om in zo'n situatie wel even aandacht aan de ander te besteden.
Meestal is groeten genoeg om
de spanning te doorbreken, maar vaak zal er ook wel een gesprek ontstaan.
De publieke zone
In de publieke zone kunnen we een grotere groep mensen toespreken. Het is het gebied waarin we mensen groeten
als we er geen gesprek mee willen voeren.
Mensen met wie we beslist geen contact willen, bijvoorbeeld omdat ze dronken zijn, houden we ook
graag op deze afstand.
Alle openbare zaken die vragen om een afstandelijke, neutrale houding handelen we er in af.
We voeren er groepsgesprekken en onderhandelingen. De mannequin showt er haar kleren en de leraar
geeft er les.
Je ziet mensen niet meer individueel maar als een groep die je toespreekt of voor wie je toneel speelt.
Er moet luid en duidelijk worden gesproken om verstaanbaar te zijn. Omdat iedereen
de spreker kan horen, gaat het om onpersoonlijke informatie. Op deze afstand kan oogcontact
met een vreemde erg hinderlijk zijn. Denk maar aan de situatie in een restaurant
waar je ogen de blik van iemand aan een andere tafel vangen. Je wilt hem of haar niet
aankijken, maar de blik blijft trekken. Steeds weer moet je zien of de ander je
nog aanstaart. Telkens ook blijkt de ander nog steeds naar je te kijken; logisch, want
die ander is ook verstrikt in ditzelfde spel.
En verder?
Na de publieke zone houdt de beschrijving van Hall op. Dit zou betekenen dat er buiten de afstand van
zo'n 8 meter niet meer wordt gecommuniceerd. Dit is natuurlijk niet waar.
In de oorspronkelijke beschrijving van Hall is elke afzonderlijke zone weer onderverdeeld
in twee subzones, namelijk de dichtbije en de verre. Zo beschrijft hij dus een dichtbije intieme zone en een
verre, een dichtbije persoonlijke zone en een verre, enzovoort.
Je zou dus kunnen zeggen dat er eigenlijk acht zones zijn, maar Hall heeft dat niet zo benoemd.
Hall beschrijft overigens geen duidelijke reden voor deze keuze van onderverdeling en veel hedendaagse schrijvers
over lichaamstaal laten deze onderverdeling maar helemaal achterwege. Mogelijk omdat ze de onderverdeling van de
vier zones in elk weer twee andere overbodig of onduidelijk vinden.
Zelf heb ik er voor de duidelijkheid ook voor gekozen om de onderverdeling van elke zone achterwege te laten.
Als dat veel vragen gaat oproepen, kunnen ze altijd nog worden toegevoegd. (Dat is toch wel een voordeel van Internet ten
opzichte van een boek!) Hiermee is alleen het probleem van de ruimte voorbij de publieke zone (de verre publieke zone) nog niet opgelost.
Daarom voeg ik er in mijn beschrijving van de zones, gewoon een eigen zone bij. Hierover dus geen boze
brieven naar Edward T. Hall!
De buitenliggende zone
Buiten de acht meter is een gesprek voeren erg lastig. We kunnen deze afstand
nog wel met stemverheffing overbruggen. Non-verbaal maken we daarbij meer gebruik
van armbewegingen. Het is immers niet meer goed mogelijk om de ander zijn gezicht duidelijk
te onderscheiden. Voor het op deze afstand toespreken van publiek, bijvoorbeeld in een concertgebouw of kerk is
minimaal een microfoon nodig. Het is minder makkelijk om feed-back van het publiek te krijgen
dat zich op deze afstand bevindt. De spreker zal zich dus ook meer richten op de mensen
die zich op de eerste rijen bevinden, en dus in de (dichtbije) publieke zone. Naar bekenden
die we op straat zien lopen op deze afstand, kunnen we nog zwaaien. Deze afstand biedt echter ook de
mogelijkheid om dit achterwege te laten en voor te wenden dat we de ander niet hebben gezien.
Als een bekende op ons komt toelopen, zullen we hem in ieder geval hier nog niet groeten. We zullen
wegkijken, totdat hij op enkele meters is genaderd.
Video
Een experiment met lichaamstaal in de lift De onuitgesproken regels van afstand en nabijheid. Met Hans Kesting en Frank van Marwijk
Sinds de uitbraak van corona moeten we anderhalve meter afstand van elkaar houden. Dat is ongemakkelijk in sociaal contact. Maar op andere momenten vinden we het juist prettig om afstand te kunnen houden. En dat gold al ruim vóór de coronacrisis. Voor de lichaamstaal van afstand en nabijheid gelden namelijk onuitgesproken regels. Voor het VARA-programma Circus Pavlov onderwerpt presentator Hans Kesting de bezoekers aan de Euromast in Rotterdam aan een lichaamstaal-experiment in de lift. Hij spreekt daarover met lichaamstaaldeskundige Frank van Marwijk.
Kleine ruimtes werken benauwend. Mensen staan namelijk in je intieme zone en dat vinden we niet prettig, waardoor we ons anders gaan gedragen. We maken ons klein, spannen onze spieren en zorgen ervoor dat we niemand aanraken. Voorbeelden van dit soort situaties zijn de trein, de tram en de lift. In de lift van de Euromast hebben we daarom een experimentje gedaan.
Doe niet zo moeilijk De kunst van het relativeren Een nieuwe uitdaging? Zet dan je schouders eronder! Valt het uiteindelijk tegen? Haal dan je schouders op! #lichaamstaal #relativeren.
Manipuleren kun je leren
Meer dan 30.000 exemplaren! Frank van Marwijk schrijft over
subtiele lichaamstaal en beïnvloeding via onbewuste kanalen in zijn boek
Manipuleren kun je leren