Home
Houding
Houdingtest
Zitten
Beweging
Aanraking
Hoofd
Lopen
Gebaren
Wijzen
Intonatie
Ademhaling
Afstand
Ruimte
Plaats
Tijd
Oogcontact
Gezichtsuitdrukking
Wenkbrauwen
Glimlach
Kleding
Uiterlijk
Huid
Voeten
Geur
Schaduwen
Slaaphouding
Symptomen
Aanwezigheid
Doen
Handdruk
|
|
Lees alles over lichaamstaal in het boek van lichaamstaalexpert
Frank van Marwijk
|
Bestel het boek LICHAAMSTAAL bij bol.com of Managementboek.nl
De taal van de beweging
Houdingen worden bewegingen
Aan iemand zijn houding kunnen we veel
aflezen, maar mensen zijn maar zelden statisch. Lichaamshoudingen
wisselen elkaar af en dit maakt lichaamstaal dynamisch. Als
houdingen al iets betekenen dan zijn veranderingen van
houdingen zeker veelzeggend. Als een toehoorder van een lezing
anders gaat zitten en nu dezelfde houding aanneemt als de spreker,
is er duidelijk iets veranderd in zijn attitude.
Misschien was hij het eerst niet eens met
de preker, maar is hij in de loop van het verhaal overtuigd.
Het publiek geeft dus feed-back door houdingen en bewegingen. Dit
is een aardig gegeven om in je achterhoofd te houden voor het geval dat
je eens zelf een "spreekbeurt" hebt. Je kunt zien of je overtuigend over komt!
Kijk naar wat er precies in de houding van de toehoorders verandert.
Zit het merendeel van hen "lekker achteruit" of zitten ze op het
puntje van hun stoel. In het laatste geval kun je aan hun
gezichtsuitdrukking zien of dit is omdat ze erg geïnteresseerd
zijn in je betoog of juist omdat ze op het punt staan er iets tegenin te
brengen (of om te vertrekken!).
Ook de frequentie van het veranderen van houding is een belangrijk
gegeven. Als het merendeel van het publiek rusteloos heen en weer
schuift op zijn stoel, is er mogelijk iets mis met je presentatie.
Veel beweging is hier dus een teken van onrust en niet van
levendigheid.
"Hij praat met zijn handen"
Door middel van intonatie geven we expressie
aan datgene wat we aan de ander duidelijk willen maken. Als we onze
woorden vergezellen van hoofd-, hand-, schouder- en armbewegingen
kunnen we onze boodschap nog meer benadrukken. "Hij praat met zijn
handen", zeggen we over iemand die veel gebruik maakt van arm en
handbewegingen tijdens zijn gesprek. Het maken van gebaren die de
gesproken woorden ondersteunen noemen we gesticuleren. In
Nederland wordt minder gebruik gemaakt van gesticulatie dan in
zuidelijke landen zoals Italië. Als je je in een Italiaanse
stad begeeft kun je frequent waarnemen hoe de plaatselijke bevolking
zich met behulp van handen en voeten uitdrukt.
Gespreksregulatie met het hoofd.
Bij een gesprek waarbij gebruik wordt gemaakt van heftige
armbewegingen, denken we eerder aan een zeer geanimeerd
gesprek in een café, dan aan een gesprek in een restaurant,
kantoor of vergaderzaal. Maar toch kunnen we ook op die plaatsen
niet zonder lichaamstekens. Tijdens een zakelijk gesprek of een
romantisch etentje maken we het meest gebruik van ons hoofd om onze
gesproken zinnen te voorzien van punten en komma's. Knikken betekent
dus niet alleen instemming maar ook aanmoediging van de ander, om
door te spreken. Nee schudden betekent juist: "daar zou ik wat
tegenin willen brengen." Over de knik- of schudbewegingen voor nee
en voor ja is veel gefilosofeerd door schrijvers over lichaamstaal.
Vooral de geschiedenis van deze tekens leidt tot interessante
conclusies. Een schrijver beweert dat het ja knikken zijn oorsprong
vindt in de hongerige baby, die deze beweging al maakt wanneer hij
de borst zoekt. Het nee schudden komt voort uit het tegenovergestelde:
"ik heb genoeg en wil nu weg". Andere
schrijvers trekken dit in twijfel. Hoewel deze gebaren ook worden
waargenomen bij blinde kinderen, die dit niet hebben kunnen afkijken,
blijken het geen universele gebaren in de wereld te zijn.
Nee knikken en ja schudden.
In sommige
culturen in India bijvoorbeeld, betekent het gebaar met het hoofd op
en neer: nee en het gebaar heen en weer: ja. Dit is dus precies
andersom als bij ons. Maar we hoeven niet eens zo ver weg om dit
op te merken. In Griekenland wordt wanneer er ja wordt gezegd, een draaiende beweging met
het hoofd zijwaarts gemaakt, met het oor richting de schouder. Dit lijkt erg op ons nee schudden.
Als ze echter nee willen zeggen wordt een hoofdbeweging naar achteren gemaakt,
met de kin omhoog en achterhoofd in de nek. Dit lijkt weer erg op ons bevestigende knikken.
Deze gebaren heeft menig vakantieganger in verwarring gebracht. Zeker nog omdat ook
het griekse woord ναι (speek uit nè) ja betekent, terwijl het juist
erg lijkt op ons woord nee. In Zuid-Amerikaanse landen is het gewoon
om nee te schudden met de wijsvinger in plaats van met het hoofd. Bij ons wordt dit gebaar
wel eens naar kinderen gemaakt, wanneer ze iets niet mogen, maar bij volwassenen onder elkaar
wordt dit als erg onprettig ervaren.
In het huidige multimediatijdperk worden dit soort cultuurverschillen wel steeds kleiner,
ook in de non-verbale communicatie. Blijkbaar past de wereld zich aan aan de normen die door
de televisie worden bepaald. Meer over hoofdbewegingen kun je lezen op deze pagina.
Aangeleerd
Naast de ondersteunende bewegingen die ieder de hele dag door maakt, vaak zonder er van
bewust te zijn er mee te communiceren, bestaan er ook bewegingen die puur zijn aangeleerd
en waarvan de betekenis dan ook eenduidig is afgesproken binnen een subcultuur. Oomkes noemt
deze afgesproken lichaamstekens embleemgebaren. Deze gebaren worden soms gebruikt in
plaats van woorden. Het zijn aangeleerde, sterk gestileerde gebaren, die niet perse uitbeelden
waarnaar verwezen wordt. Ze hebben dus slechts betekenis voor wie dat gebaar heeft geleerd.
Een
voorbeeld daarvan is het gebaar wat we maken als we
OK willen zeggen: van de duim en de wijsvinger maken we een cirkel en de overige vingers
strekken we. Bij ons betekent dit dus OK, in Japan betekent het geld, in Frankrijk betekent
het nul en in Zuid-Amerika is dit een obsceen gebaar.
Aan het gebaar zelf kunnen we dus niet zien wat het betekent. Alleen wanneer ons de
betekenis verteld is, kunnen we de bedoeling van de ander begrijpen.
De context maakt verschil
Deze embleemgebaren worden dus verschillend verstaan in culturen waar de
betekenis anders is. Het gebruik van zo'n gebaar in een land waar het iets anders betekent dan we denken,
zou zelfs kunnen leiden tot erg vervelende situaties. We moeten daarom goed opletten wanneer,
en bij wie we ze gebruiken, en in welke context. Veel bewegingen hebben, net als woorden, alleen binnen een bepaalde
situatie een duidelijke betekenis voor een klein groepje mensen. In Nederland is het
opsteken van de duim algemeen een teken dat het goed met je gaat. Duikers gebruiken dit teken juist
vaak als het hen niet goed gaat. Het betekent dan: "Ik wil naar boven". In sommige landen kun
je dit teken overigens beter helemaal niet maken omdat het daar een zware belediging kan zijn.
Op plaatsen waar niet gesproken kan worden wordt veel gebruik gemaakt van afgesproken tekens.
Duikers doen dit dus, maar ook het personeel van een radiozender gebruikt gebaren om te
communiceren tijdens de uitzending. Wanneer er een afstand overbrugd moet worden zijn gebaren
ook behulpzaam.
Een echte taal!
Behalve de bewegingen van armen en hoofd zijn ook de bewegingen van
bijvoorbeeld schouders en benen rijk aan betekenissen.
Alle houdingen en bewegingen van het lichaam, die van het gezicht,
die met het hoofd, de armen, benen en voeten, werken samen in de
lichaamstaal. Ze blijken een echte taal te vormen, met een
woordenschat en, volgens sommigen, een soort onregelmatige
grammatica, die de gesproken taal soms aanvult, soms vervangt.
Lichaamstaal versus gebarentaal
Als we bij lichaamstaal over gebaren spreken, denken sommige
mensen dat lichaamstaal ook hetzelfde is als
gebarentaal. Gebarentaal is echter
iets anders dan lichaamstaal. Gebarentaal is een erkende en volledige taal van gebaren,
veelal met de handen en armen, die de spraak vervangt. Deze taal wordt vooral gebruikt door
doven en slechthorenden. Gebarentaal bestaat uit aangeleerde lichaamstekens die betekenis
hebben voor de personen die deze taal geleerd hebben. Hoewel veel gebaren die gebruikt worden
in de gebarentaal wel enige overeenkomst hebben met sommige
embleemgebaren, is het gebruik van embleemgebaren naast gesproken taal toch nog iets heel
anders dan gebarentaal.
Bewegingstherapie
Dat bewegingen veel betekenis hebben in de belevingswereld van de mens, blijkt ook uit het feit
dat er verschillende non-verbale therapievormen zijn afgestemd op houding en beweging.
Bewegen is gezond
Bewegen is communicatief en een aardige bijkomstiheid is dat bewegen ook erg gezond is. Zoals bekend helpt regelmatig bewegen je gezondheid en conditie te verbeteren en te behouden. Met sport kun je je stress verminderen en je prettiger voelen.
Sommige mensen hebben daar niet zoveel zin in of menen daarvoor niet genoeg tijd te hebben. Bedenk dan echter
dat elke extra beweging meetelt. Neem voor je gezondheid dus liever de trap dan de lift, pak de fiets eens in plaats van de auto en ondersteun je woorden misschien eens vaker met animerende gebaren.
tekst: Frank van Marwijk.
© Bodycom Lichaamscommunicatie
Lichaamstaal bij baby's
Kan een baby praten? Ontdek dit en nog veel meer in het succesvolle boek Lichaamstaal bij baby's van Frank van Marwijk. In dit boek staat de communicatie tussen ouder en baby centraal. Het boek biedt boeiende informatie aan ouders met baby's en aan iedereen die beroepsmatig met baby's te maken heeft. Ook leuk als kraamcadeautje.
Meer informatie
Hoofdstukindeling
Online bestellen
Informatie
Indien u belangstelling heeft voor een presentatie over lichaamstaal binnen uw bedrijf of
vereniging dan geven wij hierover graag meer informatie.
|
Boeken op onderwerp:
lichaamsbeweging
fitness
sport
communicatie
dynamiek
lichaamstaal
relativeren
communicatie
mensenkennis
psychologie
|